Professionele Subject Controle (PSC)

 

Wat?

De noodzaak om agressieve personen fysiek te controleren is soms groot. Bijvoorbeeld ter voorkoming van verdere escalatie of ter bescherming van zichzelf of derden. Dit is echter niet iets dat je zo maar even doet. Het vraagt om specifieke mentale en fysieke vaardigheden om een ander mens fysiek onder controle te brengen. Deze mentale en fysieke vaardigheden staat centraal in onze training PSC.

 

NB. Deze cursus is alleen toegankelijk voor professionals met een bevoegdheid tot het professioneel inzetten van geweld met als doel het aanhouden van een verdachte dan wel (meer) geweld te voorkomen.

 

Doel?

De deelnemers zijn in staat:

  • adequaat om te gaan met stress en emoties (d.w.z. de negatieve invloed van deze factoren op het eigen professionele handelen);
  • de ter beschikking staande geweldmiddelen op de juiste wijze toe te passen;
  • de juiste keuze te maken uit deze geweldmiddelen (of van gebruik af te zien);
  • de geldende geweldsbepalingen toe te passen onder deze verzwarende omstandigheden;
  • geweld toe te passen al of niet in groepsverband;
  • de-escalerende vaardigheden te kunnen toepassen;
  • inzicht hebben in uitingsvormen van geweld en de zichtbare signalen die daaraan vooraf gaan.

 

Concreet komt dit er op neer, dat de deelnemers handvatten krijgen aangereikt, waardoor ze:

  • weten stress (en vrees) precies is en wat het met hen doet.
  • de negatieve invloed van stress en vrees op hun professionele handelen kunnen neutraliseren.
  • onder condities van stress en vrees relevante kennis en vaardigheden kunnen toepassen.

 

Wie?

Deze training is bedoeld voor professionals van wie beroepsmatig wordt verlangd dat zij in staat zijn personen fysiek te controleren. Denk daarbij aan beveiligers en BOA’s. Maar ook personeel van GGZ instellingen en algemene ziekenhuizen komen regelmatig in situaties terecht waarin het fysiek kunnen controleren van personen erg goed van pas kan komen.

 

Hoe?

De didactische en methodische aanpak van SF is gebaseerd op de meest recente inzichten in de leerpsychologie, onderwijskunde en neurowetenschappen.

Ten aanzien van de didactiek, hanteert SF de didactische factoren. Deze zijn reeds beschreven onder kopje a (visie op opleiden). Wat betreft de keuze van werk- of oefenvormen kiest SF altijd de meest geschikte leermethoden. Of een methode wel of niet geschikt is, is onder andere afhankelijk van de te realiseren doelstellingen en de mogelijkheden die trainingslocatie. De effectiviteit van een werk- of oefenvorm wordt daarbij tevens bepaald door de individuele kenmerken van de deelnemers (o.a. motivatie) en door de wijze waarop de gekozen werkvorm wordt ingezet door de trainers en wat deze daarbij zegt en doet.

SF’s methodische succesformule is de afwisseling van korte theoretische beschouwingen van een onderwerp gecombineerd met het ervaren van het fenomeen in de praktijk. Bijvoorbeeld, we starten met een interactieve lezing over agressie en wat de impact van agressie kan zijn op het eigen handelen. Vervolgens worden deelnemers in verschillende praktijkgerichte scenario’s geconfronteerd met verschillende vormen van agressie en kunnen zo de impact op hun denken en doen aan den lijve ervaren. Vervolgens krijgen de deelnemers dan weer een blok ‘theorie’ of vaardigheidstraining. Bijvoorbeeld: Hoe kun je Tactical Breathing gebruiken om de impact van agressie op jouw professionele denken en doen te minimaliseren? Vervolgens gaan de deelnemers dit weer in de praktijk oefenen en ervaren.

Onze trainers richten zich onder andere op een sterke focus van aandacht door de deelnemer om er zodoende voor te zorgen dat deze laatste er echt ‘in zit’. Daarbij geeft SF de voorkeur aan een optimalisering van de gerichtheid en kwaliteit van de gekozen werkvormen in plaats van heel erg veel verschillende dingen te doen. Het nadeel van dit laatste is onder andere dat deelnemers dan het risico lopen goed te worden in zaken die niet goed voor hen zijn. Een voordeel van het eerste is dat deelnemers goed kunnen worden in waar ze goed in willen en moeten worden.